Crna Gora - Reisverslag uit Shkodër, Albanië van Jan, Madelon, Nynke, Tijmen, Lena en Fiene - WaarBenJij.nu Crna Gora - Reisverslag uit Shkodër, Albanië van Jan, Madelon, Nynke, Tijmen, Lena en Fiene - WaarBenJij.nu

Crna Gora

Door: Madelon

Blijf op de hoogte en volg Jan, Madelon, Nynke, Tijmen, Lena en Fiene

27 Juli 2018 | Albanië, Shkodër

Internet is geen vanzelfsprekendheid in Montenegro en Albanië, waar we inmiddels zitten.... nu met een magere hotspot via Jan's internetbundel proberen een stukje tekst te plaatsen. Foto's volgen later, hopelijk.

----

Ondanks dat we er maar twee dagen zijn geweest weten we inmiddels een aantal dingen over Montenegro: 1. het land doet haar naam Crna Gora, oftewel Montenegro, oftewel Zwarte Bergen absoluut eer aan! Hoeveel verschillende soorten bergen kun je hebben? Groene, zachte, lieflijke, glooiende, maar vooral ruige, zwarte, robuuste, overweldigende, intimiderende, imposante… we hebben alle soorten gezien in de afgelopen paar dagen.

Vertrokken we op maandagochtend om 10u uit de met huizen bespikkelde bergen van Sarajevo, reden we een half uurtje later tussen dicht beboste groene reuzen met hier en daar een paar huizen. We hadden 220km te gaan naar een blokhut aan de Tara rivier in het oosten van Montenegro. Het plan was om vanaf de grens langs de Piva rivier naar het zuiden te rijden en dan richting oosten te gaan door Nationaal Park Durmitor, waar we een paar uur zouden wandelen voor we het laatste stukje naar het kamp bij Dobrilovina zouden doen. De route richting Montenegro was erg rustig, en de weg nog steeds verrassend goed begaanbaar en de enkele tegenliggers konden we gemakkelijk passeren in één van de vele bochten. We vorderden gestaag, al lag het tempo door de bochten en hoogteverschil niet veel hoger dan 50-60km per, en na anderhalf uur dachten we langzamerhand wel bij de grens te zijn… We passeerden talloze borden en bewegwijzering naar plekken om te raften, maar van de rivier zagen we nog niet veel, en van een grensovergang ook niet.

Tot we een bocht omreden en ineens een hele rij met auto’s aan de kant van de weg zagen staan. Hé, waar kwamen die nou allemaal vandaan? Was hier iets te doen? Of was dit een rij… voor de grens wellicht? De Pool voor ons wist ons te bevestigen dat we inderdaad bij de grensovergang waren. Er stonden behoorlijk wat auto’s stil en heel wat mensen ernaast, maar een overgang was nog niet in zicht. Het zag er niet naar uit dat we hier snel doorheen zouden zijn. Af en toe konden we een stukje aanschuiven en dan stond de rij weer stil, dus Tijmen besloot om de boel te gaan verkennen. Na een minuut of 5 kwam hij terug met informatie: er stonden nog 41 auto’s voor ons, er was een man die telkens zowel Bosnië-uit (onze rij) als Bosnië-in wat paspoorten bekeek en af en toe een auto openmaakte, vandaar de snelheid (tergend langzaam) waarmee de rij opschoof, er was een soort hut die voor toilet zou kunnen doorgaan, maar zo ranzig was dat hij er niet eens dichtbij wilde gaan kijken en het advies aan zijn zussen, die hoge nood hadden, was om vooral even de bosjes in te gaan om te plassen. Het zou nog wel even duren. We besloten het beste ervan te maken, hebben de tijd gebruikt om lekker te lunchen, inderdaad even met een plastic zakje en stukje wc-papier richting bos te gaan, en te kijken hoeveel verschillende nationaliteiten auto’s er voor ons stonden. Dat waren er nogal wat! Bosnië (BiH) en Montenegro (MNE) natuurlijk, maar ook auto’s uit Kosovo (K) – Servië (Srb) – Slovenië (SO) – Hongarije (H) – Kroatië (HR) - Lithouwen (LT) –Tsjechië (CZ) – Oostenrijkers, Duitsers, een Zweed, een Deen, een Belg, en een paar Britten. Geen Nederlanders, maar die kwamen we later op de weg wel weer tegen.

Een uur en veertig minuten later waren we eindelijk aan de beurt. Langs een krottig hokje, zes paspoorten gestempeld, de groene kaart gecontroleerd, en we waren Bosnië uit. Een smalle brug over, een bocht om, bij een aanzienlijk groter en moderner hok onze paspoorten laten zien aan een nors uitziende man (observatie 2: Montenegrijnen zijn vrij gereserveerd en in eerste instantie wat stug maar verder heel behulpzaam maar dat wisten we toen nog niet), en toen waren we Montenegro in. Al met al nog steeds sneller én prettiger dan via de luchthaven van Atlanta de VS binnen komen!

Inmiddels was het gaan regenen, maar tussen het zoeven van de ruitenwissers door konden we een blik werpen op hoge ruige rotsen en af en toe een glimp van een rivier in de diepte. Boven een stuwmeer konden we even, in de regen, genieten van een overweldigend uitzicht over de kloof en bergen. En toen begon een pittige klim naar boven door tunnels en bochten. Terwijl spotify voor de tweede keer door de 240 nummers op onze Balkan 2018 lijst shuffelde – we hadden voor vertrek allemaal 40 nummers uitgezocht en de hele lijst was voor het eerst helemaal afgespeeld toen we op de grensovergang tussen Kroatië en Bosnië aankwamen – reden we met EYO van K3 en Black van Pearl Jam steeds hoger het ruige gebied in. Onze Big White redde het best! Wat een schitterende rit!
Na een half uur klimmen veranderde het landschap van ruige rotsen naar liefelijke alpenweides. Grappige ronde hooimijten lagen door het landschap verspreid, net zoals her en der eenvoudige woningen tussen de glooiende groene hellingen. Niet wat ik volgens de foto’s van Durmitor verwacht had, maar wel heel mooi. Blijkbaar was dit Durmitor nog niet. Want net zo plotseling als de golvende weides verschenen waren, zo abrupt veranderde het landschap weer. Grillige, grijze bergen dit keer. Nog steeds in de regen, dus het sombere beeld werd alleen nog versterkt. Hier geen huizen, maar wel veel piramide vormige herdershutten, en heel veel schapen. Het deed ons wel denken aan Schotland. Zo anders, maar weer prachtig! Maar niet een plek waar we zouden willen wonen. Behalve misschien als je een tijdje op jezelf zou willen zijn om na te denken over de zin van het leven, of om een boek te schrijven, of zo. Observatie 3: de bergen worden – ondanks vruchtbare kleiachtige grond en een goed klimaat – nauwelijks verbouwd.

Wandelen is er niet meer van gekomen. Vanwege de vertraging die we aan de grens en door de lage snelheid hadden opgelopen, en omdat het nog steeds regende besloten we naar ons volgende ‘huis’ te gaan. Een stop voor late lunch/vroege avondmaaltijd in Zabljak (een wintersportoord) en gevoed met forel, lam en geroosterde aardappelen konden we er weer tegen. Nog een half uurtje rijden naar de Tara kloof en daarna ongeveer 14-18km voor we bij Kapija Kanjona zouden arriveren. Met de tomtom op P4 – een adres had ik niet, maar we hadden wel vooraf Google streetview afgespeurd en daar een reclamebord gezien – reden we langs de Tara richting Dobrilovina. Inderdaad na 15km vonden we het bord en reden we het kampterrein op. Een buitenbar, natte picknicktafels en 3 kleine en 3 grotere houten blokhutten waren ons thuis voor de komende paar dagen.

Het weer is in de dagen niet heel geweldig geweest, maar dat mocht de pret niet drukken. Raften is met een beetje miezer misschien wel fijner dan in de volle zon: nat word je toch, en anders zouden we door de zon alleen maar strepen krijgen van de wetsuits (punt van zorg voor de meiden!). Miča, een breedgeschouderde jongen, nam ons mee de rivier af. Een rustige jongen van weinig woorden, die in eerste instantie niet veel meer zei van ‘all together’ als we weer vaart moesten maken voor een stroomversnelling. Dat Fiene, in haar enthousiasme zijn ‘all togetherrr’ met hetzelfde accent herhaalde, kon hij wel hebben. Dat ze ook nog heel de tijd liedjes ging zingen brak het ijs, en al gauw hield hij de raft stil om even te zwemmen, naar een waterval te gaan of gewoon wat te spetteren. Hij werd ook wat spraakzamer, vertelde dat hij 18 is, net zijn diploma heeft gehaald en na de zomer gaat studeren, de enige manier om weg te komen uit het dorp. Dat hij naar de sportacademie zou gaan klonk vrij logisch.

Hoogtepunt van onze drie uur op het water was een stop bij een brug van een meter of zeven-acht, waar je vanaf kon springen! Nadat Miča het voorgedaan had, klom Lena als eerste over de reling en sprong, volgens mij voordat ze er echt over had nagedacht, als een potloodje naar beneden. Plons! ‘In de lucht was heel eng’, riep ze lachend toen ze boven kwam, en toen had de rest iets meer moeite om te springen. Haha. Maar ze deden het wel. Alle vier. Fiene en Lena zelfs twee keer. Dappere dodo’s.

Bij terugkomst stond er al een heerlijke lunch van gegrilde forel/karbonade/groente voor ons klaar, verzorgd door Vladimir en Danielle, de eigenaars van het kamp. Zij brengen al rokend de hele dag aan de buitenbar door - ongelofelijk zoveel als hier gerookt wordt, waar ze je ook zit, binnen of buiten, je zit altijd wel in de sigarettenlucht (observatie 4). De kinderen gruwelen ervan, maar voor ons is het ook niet meer voor te stellen dat we het vroeger normaal vonden om in de rook te zitten. Meestal zitten er bevriende buren, die als gids – voor raft of jeepsafari – wachten op een klus. Zo ook Rade, een oudere man, ook rustig en weinig spraakzaam, zoals we inmiddels de Montenegrijnen herkennen, die ons met zijn jeep mee de berg op zou nemen voor een 45km ver uitzicht over de Tara-kloof. Al toeterend met een soort misthoorn reden we hotsend en klotsend over een onverhard pad de bochten door en de berg op richting Zabosjko Jezero (meer). In eerste instantie zei Rade niet veel, maar na een tijdje begon hij te wijzen en met gebaren dingen uit te leggen. Hij sprak naast Servisch geen Engels of Duits, alleen Russisch (waar wij weer niets mee kunnen), maar stopte om bosbessen voor ons te plukken en om een klooster aan te wijzen. Na een tijdje stopten we bij een bergmeer waar we kikkervisjes gingen vangen en waar Rade een sigaret rookte en de peuk in het water gooide om te laten zien hoe de visjes daarop af kwamen. Met grote ogen van verbijstering (mam, dat is echt heel slecht voor de omgeving!) stonden Tijmen en Fiene te kijken, te beleefd om er iets van te zeggen, maar het gebaar van Rade om hen te vermaken wel waarderend. Het bergmeer was maar een deel van de jeepsafari. Het echte werk kwam 20 minuten later, toen we vol gas met ronkende motor en slippende wielen een bergwei opreden om met een scherpe draai een meter van de rand – van wat een enorm steile wand bleek – tot stilstand te komen. Wat een uitzicht! Wat een plek! Helaas niet goed vast te leggen in foto’s, maar zo ontzettend indrukwekkend. Voorzichtig hield Rade iedereen om de beurt vast om over de rand te kijken…. Ik durfde niet. Wat een afgrond, mijn maag draaide zich om, het idee dat iemand per ongeluk zou struikelen, of zou uitglijden…. ik werd er naar van en kon pas weer gerust ademhalen toen we aanstalten maakten om terug de jeep in te gaan. Maar hij had nog wat in petto, wees naar het dak van de jeep en vroeg of de kinderen erop wilden zitten om een stuk naar beneden te rijden op de wei. Allemaal natuurlijk! Geweldig vonden ze het. Eerst de meisjes op het dak en Tijmen vooruit om een filmpje te maken. Daarna alle vier bovenop en Rade met twinkelogen en duidelijk veel plezier voorzichtig rijdend een stuk naar beneden. Toen iedereen weer gewoon in de jeep zat stuiterden we de weg weer af. Halverwege haalde hij ineens een groot pakket uit het handschoenenkastje… boterhammen dachten we, maar het bleek een enorme stapel oude bankbiljetten te zijn. Uit voormalig Joegoslaviëd (een 20.000.000.000 dinarbiljet), Griekenland, Macedonië, Montenegro toen het nog een onafhankelijk prinsdom was, briefjes uit 1914, 1922, 1945, heel bijzonder. Hij had zelfs een biljet Reichsmarken, dat zonder een scheurtje wel €9000 waard zou zijn geweest. Leuk hoe je zonder elkaars taal te spreken toch zoveel informatie kunt uitwisselen! Zo wist hij ons ook uit te leggen dat de bergen een jaar of 20 geleden wel meer bebouwd werden, maar dat er nu bijna geen (jonge) mensen zijn die zo afgelegen willen wonen/werken (observatie 3 bevestigd). Wat een bijzondere middag was dit geweest!

De volgende dag zouden we uitslapen en daarna via Nationaal Park Biogradska doorrijden naar Albanië. Omdat in Montenegro bijna alles cash wordt betaald (observatie nr. 5), ook accommodatie, het raften en de jeepsafari, reden Jan en ik ’s avonds nog ‘even’ naar de pinautomaat in Mojkovac - slechts 30km verderop, maar door de slingerende weg toch al gauw drie kwartier rijden. De kinderen lieten we achter bij een spelletje Keezen, en dat zaten ze nog steeds te spelen toen wij anderhalf uur later terug kwamen met een stapeltje €100 briefjes.

Nu eerst een paar dagen naar Albanië, en dan komen we weer terug in Montenegro.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Jan, Madelon, Nynke, Tijmen, Lena en Fiene

Actief sinds 12 Feb. 2012
Verslag gelezen: 246
Totaal aantal bezoekers 43940

Voorgaande reizen:

28 Juli 2019 - 16 Augustus 2019

Met de camper door Schotland

21 April 2019 - 28 April 2019

Familiereis naar Puglia

18 Juli 2018 - 12 Augustus 2018

Balkan rondreis (2018)

13 Juli 2016 - 18 Augustus 2016

De Boertjes naar Ecuador (2016)

30 Juli 2012 - 14 Augustus 2013

Familie de Boer naar Boston (2012/2013)

Landen bezocht: